<% response.redirect ("Home/Index.htm") %>
 

Klik op de figuur om over te gaan naar de overzichtskaart.

 

Midden december kom ik na een vlucht van meerdere uren aan in Quito, met z’n 2850 meter, en na La Paz, de tweede hoogste hoofdstad van Zuid-Amerika.  Het spreekt voor zich dat een zekere gewenning aan de (grote) hoogte noodzakelijk zal zijn.  De evenaar (equator), die zo verbonden is met Ecuador zelf, zal ik niet overfietsen, want die ligt net ten noorden van Quito … en ik wil zuidwaarts.  Even voorbij Quito heb je adembenemende zichten op de Cotopaxi, een vulkaan van 5896 m hoogte.  Vervolgens fiets ik naar Baños, bekend om z’n thermale baden en verder naar Riobamba, een stijlvol provincie-stadje.  Daarna doe ik Cuenca aan, een koloniale stad, gesticht door de Spanjaarden, en tot werelderfgoed uitgeroepen door de Unesco.   En ook hierna blijf ik me doorheen de bergketens van de Andes wringen en fiets dan Peru binnen.  De eerste grote stad die ik aandoe, is Trujillo.  Maar nog belangrijker zijn de even verderop gelegen Incaruïnes van Chan Chán, een hele stad van 28 km2, met paleizen, tempels en muren met decoraties …  En na Huaraz, doe ik  ook Lima aan. Maar de belangrijkste site in Peru blijft toch Machu Pichu en die kan ik toch niet links laten liggen ?  Het land heeft echter nog meer schatten te tonen : Sacsayhuaman, waar enorme stenen naadloos passen in gigantische muren, maar eigenlijk ligt de hele vallei vol met resten van de Incacultuur, teveel om op te noemen.  Langs het uitgestrekte Titicacameer fiets ik Bolivië binnen.  La Paz ligt op 3636 m en is daarmee de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld.  Daar sla ik af naar Cochabamba en Sucre (door de Unesco ook uitgeroepen tot werelderfgoed).  En ook Potosi staat op die lijst, het is tevens de hoogst gelegen stad (van dit formaat) ter wereld.  Het is een kleurrijke koloniale stad, erg bekend om z’n zilvermijnen.  M’n volgende halte, is de Salar de Uyuni, een immense witte zoutvlakte, die surrealistische beelden biedt (en er zijn nog tientallen dergelijke zoutvlaktes in de streek).  

En daarna kom ik al bij de grens met Argentinië.  De Highway 40 brengt me via onherbergzame streken tot in Mendoza en daar sla ik af in de richting van Santiago de Chile.  In Puente del Inca is er een natuurlijke boog over een rivier, met een overspanning van 21 meter, bovendien zijn er ook natuurlijke thermale baden .  Van hieruit krijg ik een steeds beter uitzicht op de Aconcagua (6960 m.).  Na Santiago gaat het stilaan verder naar het zuiden van Chili, doorheen het merengebied.  Ik fiets over het eiland Chiloé, met z’n kustdorpen met paalwoningen en neem vervolgens de boot naar Chaitén.  De weg voert me nu steeds zuidelijker, geen wonder ook want Chili is meer dan 4000 km lang en op z’n breedst amper 300 km …

Vanaf hier is het nog meer dan 2000 km tot m’n eindbestemming : Ushuaia.  De weg zal niet altijd de gemakkelijkste zijn.  Ik bevind me in Patagonië en er is de legendarische en steeds aanwezige felle wind, maar ook minder kans op bevoorrading en misschien krijg ik net dan last van eenzaamheid.  Maar de natuur maakt heel veel goed : zo kom ik nog langs ‘Parque Nacional de los Glaciares’, de indrukwekkende gletsjer Perito Moreno en ook het Park Torres del Paine, met z’n ruige bergtoppen.  En na een fietstocht van om en bij de 25.000 km neem ik uiteindelijk een bus of vliegtuigje richting Buenos Aires, om er na een kort bezoek terug te vliegen naar België, … naar m’n Thuis ! 

Want is reizen per definitie niet altijd een beetje terug op weg zijn naar huis ?

Terug