TERUG naar Homepage

TERUG naar de pagina over Canada.

TERUG naar tweede deel van nieuwsbrief 3

 

Maandag 23 juli, bezoek aan het historische stadje Carcross.

Het fietsen wordt vanmorgen nog eens extra bemoeilijkt door de wind.  Die waait hier extra hard vanuit Skagway, door een baai omhoog.  Na een voormiddagje hard fietsen kom ik dan toch bij Carcross.  Carcross staat eigenlijk voor Cariboo Crossing, omdat elk jaar de Cariboo’s hier de meren oversteken in hun trektocht naar het noorden.  Het is ook weer zo’n historisch stadje, dat past in het grote goudzoekersverhaal.  Er valt heel wat te zien hier: leuk Visitors Centre, wrak van een boot, historische woningen en de oudste Hardware Shop in Yukon!  En in de bib verstuur ik weer een paar mails.

Na al dat bezoek fiets ik het stadje uit.  Ik ga weer naar de Alaska Highway, via de Tagish Loop.  Het is heerlijk fietsen nu, want ik voel de wind duidelijk in de rug.  De weg baant zich kronkelend een weg door een golvend landschap, bomen verhinderen echter wijdse uitzichten…

Na Teslin houdt ook het asfalt op, de weg bestaat nu uit verharde aarde en grind.  Het fietsen schiet echter toch nog goed op en zo kom ik ‘s avonds weer op de Alaska Highway.

 

Dinsdag 24 juli, fietsen naar Teslin.

De muggen zijn in deze streek de ergste in hun soort en bovendien (jammer maar helaas) zijn ze zeer talrijk.  Als je er dus twintig doodmept, haalt het echt niets uit.  Ze bijten me overal waar ze maar kunnen, in de praktijk blijkt dat de hals en het vrije gedeelte van de kousen te zijn.  Ik voel me nu en dan een beetje een imker, maar dan wel omgeven door honderden bloeddorstige muggen.  Kalm en geduldig verder opruimen is de boodschap en vooral ook nergens beginnen krabben, dan valt het eigenlijk wel mee! (Maak ik mezelf wijs…)  Ik fiets de zwerm muggen even uit het wiel en kan dan al na 1 km op het gemak ontbijten, gewoon aan de zijkant van de weg.
Er komen bergen in zicht en samen met de meren en diverse meanderende riviertjes levert dat spectaculaire vergezichten op.  Na 24 km fietsen zijn er wegenwerken aangekondigd, over een lengte van 13 km.  De weg is gewoon omgeploegd (!) en weer aangerold, voorwaar niet gemakkelijk om daarover te fietsen.  En dat 13 km lang ?  Al na 6 km staat er een korte rij wachtende auto’s.  Het verkeer kan van hieraf slechts beurtelingspasseren.  Een treintje zware werktuigen ploegt nijverig de laatste helft van de weg om.  Ik mag nog snel op de laatste meter ‘asfalt’ aan de werken voorbij rijden.  De vlaggenman houdt het verkeer nog even op.  Is dat even geluk hebben!
Na 40 km kom ik Johnson’s Crossing, ik koop er een brood en een cinnamon bun.  Heel wat verder ontmoet ik ook twee Engelse fietsers.  Zij zijn nu al 4 maand onderweg en zijn begonnen in Halifax, in het oosten van Canada.  Ze fietsen nog tot Anchorage.  Ze geven me de raad vroeg genoeg naar brood en zo uit te zien, omdat zij er onderweg weinig vonden …  In Teslin is de bibliotheek gesloten, na een brandje, maar in het community Centre kan ik op beleefd verzoek toch een uurtje internetten …  Ik werk wat aan deze nieuwsbrief en kom daardoor bijna te laat bij de Brocerie Store, die sluit hier al om 17u30 !  Maar de vriendelijke mensen laten me  er toch nog in.  Ik koop er twee broden, maar ze kosten wel meer dan 100 Bfr. per stuk !  Bij het buitenrijden van Teslin, zijn er na de beklimming, nog eens wegenwerken, 10 km lang.  Na 5 km steekt er op 50 meter voor me een vreemd dier de straat over.  Ik twijfel tussen een vos en een wolf, maar het bleek een coyote te zijn!  Net voor het einde van de wegenwerken neem ik een plaatsje in op de camping.  Ik heb geluk want fietsers krijgen de douche gratis.  Jammer genoeg zijn de muggen weer even talrijk als gisteravond …

 

Woensdag 24 juli, op naar Watson Lake.

Met de campinguitbater had ik afgesproken om m’n voedseltas op te halen rond 8 uur.  Daarna ontbijt ik snel op z’n terras (de muggen weet je wel…).  Het weer ziet er niet zo fameus uit vanmorgen; het is zwaarbewolkt en flink koud, maar na een beetje fietsen raak je wel opgewarmd.  Dat fietsen gaat uiterst vlot, ik raak perfect in vorm (!) en na 35 km, zo rond 10 uur en bij de grens met British Colombia, neem ik een koffie met een muffin.  Tegen de middag klaart het wat uit.  Ik kook weer gewoon langs de weg, bak wat spek met een boterham, en het vet gebruik ik als bouillon in een soepje (er mag echt niets verloren gaan nu!).   Na de middag komen spectaculaire bergen in zicht en het regent ook even.  Bij een ‘Rest Area’ komt even later ook een Zwitserse fietser aangereden.  Hij fietst de ganse lengte van de Alaska Highway en is het hier grondig beu (altijd datzelfde landschap, de muggen…), het doet hem zichtbaar doorslaan … 
Als ik morgen Watson Lake wil halen (om deze nieuwsbrief te versturen), dan moet ik vandaag zeker 130 km fietsen.  Bij Rancheria Falls (leuke watervallen) heb ik al 123 km rond 18 uur.  Ik maak in een soort open blokhut pannenkoeken klaar.  Ik heb margarine gekocht en de gesmolten vetstof maakt dat ze deze keer wel lukken.  Daarna fiets ik nog door tot 21 uur en heb dan zo’n 147 km gefietst !

 

Donderdag 25 juli, Watson Lake.

Het is zichtbaar uitgeklaard tegenover gisteren en warmer ook.  Na 5 km zijn er weer wegenwerken, dit keer 23 km!  Dat kan tellen… Ik zie er zowat alle stadia die zo’n weg in aanbouw doorloopt en ondervind de wisselende kwaliteit ervan.  In z’n geheel valt het eigenlijk wel mee.  Ondertussen is het wel helemaal overtrokken geraakt, niet zo’n best vooruitzicht.  Tegen de middag heb ik vier zware hellingen afgewerkt en zo’n 65 km gefietst.  Ik kook wat en fiets verder tot de afsplitsing met de ‘37’, de Cassiar Highway, die ik morgen wil volgen.  De weg naar Watson Lake is onverwacht toch nog lastig, maar hier kan ik wat aan de nieuwsbrief werken, inkopen doen en het ‘Bos van Wegwijzers’ bezoeken.  Deze merkwaardigheid begon te groeien na de aanleg van de Alaska Highway, toen een man met heimwee hier een wegwijzer naar z’n thuis plaatste. Ondertussen staan er meer dan 50.000 wegwijzers!  Voor diegenen die het boek hebben van ‘de grote trek’, er staat een foto van Watson Lake in het boek.

De kilometerteller staat nu op goed 2850 km, niet slecht zou ik zeggen voor een maandje fietsen.
Dit (hoge) tempo zal ik verder zeker niet proberen aan te houden, maar hier is dat in zekere zin wat noodzakelijk door die grote afstanden en doordat er weinig inkoopmogelijkheden zijn en door het gebrek aan andere faciliteiten.

Zo, …ik ben weer bijgewerkt, jullie hebben weer wat leesvoer.

Indien iemand suggesties heeft of vragen, stel ze dan gerust, ik beantwoord ze (desgewenst anoniem ?!) in de volgende nieuwsbrief.

Tot slot nog dit:

M’n grootste ontdekking hier?
Melk in poedervorm, te koop in zakken van 1 Kg. (levert 18 liter melk op)


M’n grootste verbetering aan de fiets?
Ik heb op de schuine buis nog 2 bidonhouders bijgeplaatst, 1 aan elke zijkant van de buis.  Zo kan ik makkelijk 1.5 liter water meer meenemen … en de drank is beter bereikbaar !

M’n grootste nachtmerrie?
Dat er ‘s nacht plots een beer voor de deur van m’n tent zou staan.

En m’n grootste droom?
Wel, die ben ik momenteel aan het verwezenlijken …