TERUG naar Homepage
TERUG naar de pagina over Canada.
TERUG naar eerste deel van nieuwsbrief 3
Donderdag 12 juli, Naar Dawson City …
Zelfs na veelvuldig wakker worden en weer inslapen sta ik toch laat
op (en dat is niet van m’n gewoonte). De
zon verwarmt m’n tent uitdagend, maar ik, wel ik voel me futloos.
Ik ga eerst nog m’n voedseltas ophalen en ontbijt vervolgens stevig.
Maar of ik nu net teveel gegeten heb (tiens, iets wat me nu nog nooit
overkomen is) of niet, ik weet het niet, maar m’n armen en vooral m’n benen
willen niet mee. En dan kan het nog
wel een hele lange dag worden … Ik
heb nog zo’n 100 km te gaan tot Dawson en dit over een uiterst bergachtige
weg. De weg stijgt en daalt echt
voortdurend en is zeker niet de gemakkelijkst te befietsen route. Maar heel dikwijls volgt de weg gewoon de graat van de
bergrug en levert spectaculaire zichten tot ver in Alaska en Yukon.
Dit is niet zomaar en weg – het is de ‘Top of the World Highway’ !
Ik twijfel echt lange tijd of ik Dawson wel kan halen, maar toch groeit
geleidelijk aan het vertrouwen. Als
ik mensen bij een stilstaande camper om drinkwater vraag, wordt ik prompt
uitgenodigd om mee te middagmalen. Ik
weiger dat echter (omdat ik al gegeten heb) en bovendien ligt m’n maag precies
nog een beetje overhoop, maar ik krijg een Cola als remedie.
Gelukkig zijn de laatste 18 km mooi bergaf, ik heb het gehaald.
De eerste camping die ik aandoe is praktisch volzet en de zaakvoerder is
eerlijk, hij kan meer geld verdienen aan campers dan aan tentkampeerders.
Ik krijg een gratis douche ter compensatie.
Ik sta nu weer aan de overzijde van de rivier, op een rustige camping.
Deze is in zekere zin een beetje chaotisch, maar het valt allemaal reuze
mee. Ik heb wat tomaten en sla
klaargemaakt, daar was ik zeker eens aan toe.
Morgen wil ik het rustig houden : fiets poetsen en het prachtige Dawson
bezoeken, een goudzoekersstadje in ware Western Style !
Vrijdag 13 juli, Dawson City …
Ik zal het vandaag echt wat rustig aan moeten doen, want ik heb
sinds gisterenavond ernstige diarree. Gelukkig
ben ik weer in bewoond gebied en kan ik me gewoon wat rustig houden …
In de bibliotheek kan ik een half uurtje mailen met het thuisfront.
En ik moet hieromtrent eerlijk zijn: dat contact doet deugd !
Tot hiertoe had ik op elke fietsreis eenrichtingscontact (ik stuurde
brieven huiswaarts, maar nooit kwam er nieuws uit de omgekeerde richting).
De stad is een echte meevaller en eindelijk is er eens wat geschiedenis, ook al
gaat die hooguit 100 jaar terug! Ik
loop kriskras door de stad, alle straten zijn nog van aarde en gravel en er zijn
ook nog van die voetpaden gemaakt uit houten planken!
Nog alle huizen zijn gemaakt uit hout, er zijn Saloons en een echt Casino
(als ik het goed voor heb is dit het enige in gans Canada?).
In de namiddag poets ik de fiets wat, de tijd vliegt echt wel als ik ook
nog aan de praat raak met een Duits koppel dat tijdens het raften heel wat
materiaal verloor toen ze onder een omgevallen boom vast raakten en omsloegen.
Gelukkig werden ze beiden opgepikt en konden ze nog wat materiaal
recupereren.
Zaterdag 14 juli, nog altijd in Dawson City … raak ik er wel
weg ?
Na het ontbijt met het Duitse koppel, laad ik alles op de fiets.
M’n achterband blijkt echter weer lek!
Het duurt algauw een uur eer alles weer op de fiets zit.
In de stad koop ik me ook nog wat vlees voor onderweg.
En dan zijn we vertrokken.. zou je denken. Maar m’n ketting blijft maar overspringen en bij nader
toezicht is er een schakel aan het loskomen.
Na die herstelling kan ik
alweer aan middageten denken. Kom
ik eigenlijk nog wel weg uit Dawson City? Maar
na de middag fiets ik dan echt weg uit de stad.
Toch voel ik me nog altijd niet zo fit, het is ook drukkend warm, dat zal
er ook wel iets mee te maken hebben.
Bij Bear Creek bezoek ik een spookstadje, in de jaren ’60 verlaten bij het
einde van de Goldrush. Mijn diarree
speelt hier voor het eerst weer op en dat gaat nu gepaard met steeds heviger
wordende krampen en luchtverplaatsingen in m’n buik. M’n hele darmstelsel zet zich in beweging, dit is verre van
OK. Ik besluit terug te keren naar
Dawson en een dokter te bezoeken. Ik
fiets zo’n 20 km terug en vind het ‘Nursery Centre op 6th Ave.
Op Zaterdag is er enkel een permanentie, ik word er amper toegelaten.
Na een uur wachten is het mijn beurt.
Eerst wordt er over de kosten gesproken ; 220 CAN$ gaat dit bezoekje me
kosten (dat is zo’n 6600 Bfr !). Ik
zeg dat ik denk dat ik weet wat het is en dat ik eigenlijk enkel pillen nodig
heb tegen Giardia, maar die kunnen enkel op voorschrift verkregen worden …
Ik heb dus geen andere keus en betaal met Visa.
(Ik heb natuurlijk een aanvullende reisverzekering genomen, ziehier de
noodzaak hiervan!) Een dokter is er
niet, enkel twee verpleegsters, maar hun besluit is snel genomen, het is
Giardia. Ze bellen nog even met de dokter die zich in Whitehorse
bevindt en stellen de dosis Flagyl (het medicijn) op 2x 2 stuks per dag.
We komen nog overeen dat ik nog eens langs moet komen voor een check-up,
op dinsdagmorgen.
Ik fiets terug naar een andere camping aan de rand van de stad, zet
er m’n tentje op en slaap, slaap, …
Zondag 15 juli, Een dagje het ziekbed houden in Dawson City.
Over vandaag kan ik kort zijn: slapen, eten, slapen, eten, en nog
meer slapen, dit telkens nog afgewisseld met enig toiletbezoek!
Maar reeds tegen de avond voel ik dat de pillen beterschap brengen!
Maandag 16 juli, Weer gezond !
Het lijkt een wonder, maar ik voel me vandaag weer kiplekker.
Ik voel me zo goed, dat ik vandaag al besluit om de dokter te bezoeken!
Samen met de verpleegster stellen we inderdaad vast dat alles weer heel
wat beter gaat en ik mag weer fietsen. Ze
raadt me uiteraard aan om het in het begin wat kalm aan te doen …
Eerst stuur ik nog een paar mailtjes de wereld rond en 's middags
kan ik dan opnieuw beginnen fietsen. Eerst
voelen de benen nog wat stram aan, maar dat is normaal als je een paar dagen
niet meer gefietst hebt. Bij Bear
Creek ben ik dan een paar foto's gaan nemen, ik had dit spookstadje zaterdag al
bezocht, maar had toen plots die krampen. En toen heb ik verder gefietst, rustig aan, maar ik kom goed
vooruit. Eerst beland ik bij de
afsplitsing van de Dempster Highway, dat is de weg die noordwaarts gaat, 741 km
naar Inuvik. Hier kan ik (veilig)
water nemen en dan weer verder fietsen. Het
is zo dat de wolken hier telkens overdag lijken op te bouwen, om dan 's avonds
in een onweer over te gaan. En als
het dan regent kan je beter niet buiten zitten...
Tegen de avond heb ik meer dan 70 km gefietst en ben om zeggens niet moe.
Dat is duidelijk een goed teken!
Over de Klondike Highway naar Whithorse.
's Morgens heb ik dan wat langer geslapen en kon weer de weg op.
Dinsdag heb ik meer dan 130 km kunnen fietsen en ook gisteren, woensdag
heb ik er meer dan 130 gefietst. M’n
tweede morgen zie ik ‘s morgens langs de weg een beer langs de kant van de
weg. We passeren elkaar op 5 meter
na. Achter mij steekt hij de straat
over, het blijkt een jong dier te zijn. Ik
kijk verschrikt rond of de moeder niet in de buurt is en fiets dan snel door …
Het landschap is hier ook zeer groots en ruim, je kan het meestal niet in een
foto vatten. De kleine dorpjes
liggen op 100 en meer km van elkaar, dat maakt het niet zo gemakkelijk.
Maar ik neem voeding genoeg mee voor verschillende dagen, dan heb ik wat
reserve. Ik kook ook dikwijls twee
keer per dag, kwestie van een hartelijke hap te hebben en nieuwe krachten op te
doen.
De prijzen zijn hier nog steeds duurder dan bij ons, maar ik denk
dat het in de supermarkten in Whitehorse wel nog beter zal meevallen ...
Ik fiets verder goed door en tegen vrijdagavond kan ik dan kiezen;
ofwel neem ik een afsplitsing en fiets een doodlopende weg op naar enkele
warmwaterbronnen, ofwel fiets ik gewoon Whitehorse binnen.
Onderweg ben ik aangesproken door een man die ik eerder al onderweg uit
Dawsonhad gezien met z’n familie. Hij
nodigt me voor het weekend uit om bij hen te logeren.
Dat klinkt leuk, dus bezoek ik eerst de Takhini Hot Springs.
De camping was heerlijk rustig en je kon er ook douchen met het hete
water uit de warmwaterbronnen. Verder
was er ook een zwembad, met in het heetste gedeelte water tot 47 graden!
Ik ben er ook even in de sauna gaan zitten, maar besefte al gauw dat ik
zo al genoeg zweet en dat dit voor mij niet echt hoeft, nu.
Zaterdag 21 juli, Whitehorse.
Deze morgen ben ik vertrokken van bij de Takhine Hot Springs.
Het is nog zo'n 30 km fietsen tot in het centrum van Whitehorse. Ik heb
het adres van Richard en Sylvie op zak, al was het toch nog even twijfelen waar
ik nu precies zou moeten afslaan om hun huis te vinden...
Richard had gezegd : het is net voor je de stad inrijdt, dat je
naar links af moet. Maar het bord dat het stadscentrum aanduidt, was ik al
ruim 8 km gepasseerd, eer ik bij die heuvel kwam, vandaar m'n twijfel. Ik
ben eerst gaan aankloppen en heb er een groot deel van m'n bagage achtergelaten,
om vervolgens in de stad te gaan rondneuzen.
Eerst doe ik nog m’n was, dat werd echt nodig. Maar dat
gaat allemaal heel simpel, hoor. Je betaalt voor de wasmachine, voor de
droogkast en je kan kleine porties waspoeder kopen, zodat je aan de slag kan. Op
goed 1u20 heb je weer propere kleren voor zowat 5 CAN$.
Vervolgens eet ik bij de ‘Subway’ een broodje gezond, op z'n
Amerikaans, met veel groenten en zo. En dan bezoek ik de SS Klondike.
Die SS staat voor Steam Ship. Het is een Nationale Historische site en is
echt wel de moeite om te bezoeken: het vrachtruim, de machinekamer, de
passagierskwartieren, de stuurcabine, de diverse eetzalen, allemaal nog
ingericht net zoals in de tijd van de goudzoekers.
Vervolgens ga ik inkopen doen. M’n ogen zijn groter dan
m’n buik (?), ik koop eigenlijk een beetje teveel in en krijg het met moeite
op de fiets geladen … Maar het zit zo : in Whitehorse is een winkel die
wat grotere hoeveelheden aanbiedt en dit tegen zeer aantrekkelijke prijzen.
Ik kocht: yoghurt, boter, dranklesser, spek, worst, 2 Kg muesli, 750 gr
rozijntjes, 500 gr vijgen, rijst, diverse sauzen, 2 broden, 3 verschillende
soorten koekjes, 2 liter Cola een pot choco (schaars goed hier in Canada) en een
pot honing. En vervolgens terug die
two mile Hill op, naar m'n huis voor een dag.
Sylvie heeft elandvlees klaargemaakt, in een soort tomatensaus, met
puree en sla, het is allemaal heel lekker. Vervolgens heeft ze ook nog een
soort taart en fruitsla, allemaal heel gezellig.
Zondag 22 juli, weg uit Whitehorse, weer een stukje Alaska
Highway.
's Vanmorgen heb ik wel 2 uur nodig om alles weg te steken en op de
fiets te krijgen. Ik begin pas echt
te fietsen na twaalven. Ondertussen heb ik in het park, op zo’n pic-nic
tafel een maaltje gekookt. Diverse
mensen zijn nieuwsgierig naar waar ik naartoe fiets en komen een praatje maken.
Het fietsen zelf gaat niet zo lekker, ik ben gewoon te fel beladen,
maar dat zal de komende dagen wel sytematisch minderen...
Ik sla weer af op de Klondike Highway en fiets nog een eindje richting
Carcross.