<% response.redirect ("Home/Index.htm") %>

De fietsenmaker konden we vinden in Pueblo de Hijar.  De maat van de bracketring was volgens de fietsenmaker eerder zeldzaam, en hij demonteerde zelfs een oude fiets om er een te kunnen vinden.  Een na een nam hij ook de andere fietsen onderhanden, hoewel die ogenschijnlijk niets mankeerden, vist hij er toch een gebroken spaak en een losstaand stuur uit.  Bovendien presenteerde hij ons een erg lage rekening, van een meevaller gesproken !
Uiteindelijk slaagde we erin om tegen de avond tot in Zaragossa te fietsen, een meevaller.

En weer houden we de volgende dag rustdag,  het wordt een dagje Zaragossa.  We bezochten zowat alle bezienswaardigheden van de stad en leerden op die manier een aardig stukje kaartlezen.  En we gingen eens vroeg de slaapzak in.

Vanaf hier ging het richting Lérida, Lleida in het Catalaans.  We zien een wegwijzer : Barcelona 300 km.  We schieten goed op want hebben wind in de rug.  We fietsen door immense tarwe- en graanvelden en langs sinaasappel plantages.  Na een verplichte pauze door spaakbreuk en een klapband, fietsen we met vernieuwde moed tot in  Lérida.  We hebben al 153 km in de wielen als we daar aankomen, toch is de camping nog 6 km verder.

De kilometers van de vorige dag zitten nog wat in de benen, we beslissen het wat kalmer aan te doen.  Er moeten nog allerlei kleine reparaties gebeuren aan de fietsen en ook dat neemt tijd.  Tegen de avond hebben we wel erg veel geluk, als we puur op het gevoel een boerenwegel inslaan en er zomaar een bronnetje ontdekken, tussen de bomen.  Van een luxe gesproken zeg. 

De laatste fietsetappe was aangebroken, richting een camping te Barcelona.  Het fietsen ging voortreffelijk, we waren ondertussen getrainde fietsers. ’s Middags eten we in Esparraguera, bij El Petrecó, een voortreffelijke dagschotel.  En omdat we een foutje in de rekening vonden (we betaalden drie limo’s te weinig) en er de zaakvoerder op attent maakten, kregen we van hem elk nog een koffie.
Aan de rand van het vliegveld van Barcelona vinden we uiteindelijk een camping.

En dan stond er natuurlijk nog een bezoek aan Barcelona op het programma.  En als fietser valt het niet mee in zo’n wereldstad.  We reden op een bijzonder grappige (nou ja) manier lek : er stak een stuk ijzerdraad van 15 cm dwars door de beide zijflanken van de buitenband, ook doorheen de binnenband, natuurlijk.  Eerst gingen we op zoek naar de Sagrada Familia, het bouwkunstwerk van Gaudi.  Maar dat was eigenlijk eerder een ontgoocheling, want de hele omgeving was herschapen in een reusachtige bouwwerf, ter voorbereiding van de Olympische Spelen in 1992.  We bezochten nog een handvol bouwwerken, maar hadden het keer op keer moeilijk om onze weg te vinden in deze reuzenstad.

En dan is daar al de laatste vakantiedag.  We hebben wel nog de tijd om eerst het oude stadsgedeelte te gaan bekijken.  We beginnen bij de haven en gaan een kijkje nemen naar het oude schip dat aangemeerd ligt.  We bezoeken het gotische kwartier met de kathedraal, het stadhuis, enkele paleizen, het theater en natuurlijk La Rambla.
Na de siësta moeten we alles klaarmaken voor de terugreis.  De wachttijd gaat nog snel voorbij en zonder het te beseffen zitten we al op de trein richting Port Bou.  De bijna spreekwoordelijke treinvertragingen beproefden keer op keer onze zenuwen in het Parijse Zuidstation moesten we zelfs nog de metro nemen naar het Noordstation, om een trein naar Rijsel te kunnen nemen.  Toen we rond 9 uur ’s avond uit de trein stapten was het eerste wat we voelden een koud windje.  We zullen ons weer moeten aanpassen !  

Terug