Handleiding :
"Hoe fiets ik in 5 weken naar Turkije ?"
Op een regenachtige vrijdag (14 juli) ben ik met de fiets
vertrokken naar ..... Istanbul. Iemand
vroeg me onderweg of ik daar langer dan een week zou over doen ?
Ik kon hem echter geruststellen : ik had er vijf weken voor uitgetrokken
! Maar telkens als ik ‘s avonds
de kaart van Europa ontvouw (die heb ik nodig voor de planning), bekruipt me
toch de twijfel : is wat ik aan het doen ben eigenlijk wel mogelijk?
Ik volg vanuit Wevelgem een op
de kaart getrokken rechte lijn naar Freiburg in Duitsland.
Ik passeer een groot aantal keren de Belgisch-Franse grens en kom o.a. in
het unieke vestingstadje Rocroix en fiets door de slagvelden rond Verdun.
Door de bergen in de Vogezen raak ik wat uit koers en fiets bij
Straatsburg de Rijn over. Dan volg
ik een meer zuidwaartse koers naar Furtwangen en Donaueschingen.
Deze twee gemeentes claimen beide de bron te bezitten van de Donau, die
rivier die ik van daaruit ga volgen.
Het beekje groeit al heel snel
uit tot een heuse stroom, en ondertussen rijgt het parels van steden aaneen :
Sigmaringen, Ulm, Ingolstadt, Regensburg en Passau. Het is heerlijk fietsen in de buurt van deze immense stroom,
het ‘Donau fietspad’ neemt je zigzaggend mee naar de mooiste plekjes langs
de rivier. Een goed bewegwijzerd
fietspad maakt bovendien elk gebruik van de kaart bijna overbodig.
Het pad is goed onderhouden tot Wenen en kort daarna volgen nog twee
hoofdsteden : Bratislava en Budapest, dat me nog meer kan bekoren dan Wenen.
Vanaf Budapest verlaat ik voor een tijdje de Donau (ik wil liever niet door Yugoslavië fietsen) en fiets door
noordelijk Hongarije naar Eger, een pittoresk stadje met de meest noordelijk
gelegen minaret van Europa. Van
daaruit doorkruis ik een stukje ‘Puzsta’, een eindeloos lege vlakte, op weg
naar Debrecen, ook weer zo’n mooie stad.
Hierna kom ik dan spoedig bij de grens met Roemenië.
Tegelijk daal ik ook steeds verder af op de ladder van de welvaart ...
En al heel snel komt bij mij de vraag op : Is Roemenië een
ontwikkelingsland ?
In ieder geval ben ik na vier weken fietsen in Bukarest, de
hoofdstad van Roemenië en heb inmiddels 3700 km afgelegd, zijn mijn achterste
kamwielen allemaal vernieuwd, heb ik al (of nog maar ?) drie lekke banden
hersteld, en heb ik ook al drie keer de buitenband gewisseld op m’n
achterwiel, en ... is m’n fietskader al op vijf (ja op 5 !) verschillende
plaatsen gebroken ! Maar
verder had ik tot hiertoe een fantastische (fiets)reis.
Vervolgens verlaat ik via Ruse en fiets over de uitlopers
van de Balkan tot aan de Zwarte Zee. De
kuststrook bij Burgas is al minstens zo verloederd als de onze, dat kan me dus
niet zo bekoren. Maar de onbebouwde
stukken zijn heerlijk rustig en de natuur heeft er echt nog de bovenhand.
Naar de grensstad Malko Turnovo is het uiteindelijk een flink stuk
klimmen, vele zwermen vliegen maken me het leven zuur.
Maar vanaf de grens rol je zo Turkije binnen …
Toch waren vooral de laatste 200 km tot Istanbul voor mij,
als fietser, een hel. Het continu
drukke verkeer, de vele claxonnerende wagens en de vaak roekeloze buschauffeurs
die me van de weg afreden, ik had er binnen de kortste keren genoeg van.
Istanbul : je merkt het onmiddellijk : het is een
wereldstad ! Er heerst
ogenschijnlijk een chaos van jewelste, de stad telt dan ook meer dan 12 miljoen
inwoners. Maar dankzij m’n
reisgids (over Istanbul) vind ik
spoedig een pensionnetje in het hartje van Istanbul.
Op donderdagnamiddag installeer ik me in m’n kamer, neem uitgebreid een
douche en leer twee Zwitserse en twee Nederlands fietsers kennen, die ook in het
pension logeren. Wat later op
de avond gaan we iets eten in een typisch Turks restaurantje. Allemaal heel gezellig uiteraard.
M’n eerste volle dag (en
tegelijk ook de laatste ...) start ik te voet in het centrum van Istanbul.
Ik bezoek de Blauwe Moskee en de Hagia Sofia, wandel door een park naar
het Topkapi en kom via de stadsmuren en een mooie wijk met houten huizen weer
tot bij het pension. In de namiddag
ligt het in m’n bedoeling wat verder gelegen zaken te bezoeken, ik trek erop
uit met m’n fiets. Grote haast
heb ik niet, want ik besef heel goed dat ik alle schatten van de stad toch niet
meer te zien zal krijgen … Morgen
neem ik immers het vliegtuig naar huis.
Dit verhaal liep uiteindelijk toch nog slecht af.
Wil je hierover meer weten ? Klik
dan hier.